Soraya had nog maar een uur gereden en nu al begon zij spijt te krijgen van haar spontane beslissing om van huis weg te lopen. Tegelijkertijd wist zij dat haar enige andere mogelijkheid was geweest om te blijven en de volgende dag als zij zestien werd te trouwen met een man die zestig jaar ouder was. Een vooruitzicht waar zij al tegen op had gezien toen haar moeder haar had verteld over het huwelijk dat Sorayas vader voor haar had geregeld toen zij nog maar vijf jaar oud was.
Terwijl zij om zich heen keek, bekroop haar een bekend maar afschuwelijk gevoel in haar onderbuik. Angst nam langzaam bezit van haar, waardoor haar geest verward raakte en zij zich misselijk en gedesoriënteerd voelde. Door het onrustige geknik met haar hoofd, wist Soraya dat haar paard het ook voelde. Deze wetenschap wakkerde haar angst nog meer aan, ondanks har pogingen om zichzelf en de merrie te kalmeren door haar in haar hals te aaien. In haar angst begon zij zich af te vragen of zij terug zou keren, totdat zij zich realiseerde dat zij
Alsof het nog niet erg genoeg was, begon de zon onder te gaan, daarmee de nacht inluidend. Over een half uur zou het donker zijn. Gelukkig voor haar was de lucht vrij helder en dus zouden de sterren en de maan haar gezelschap houden. Waar is een goede plek om uit te rusten, vroeg zij zich af terwijl zij haastig de omgeving bekeek. Zij hoefde niet lang te kijken en glimlachte toen zij op een steenworp van har vandaan wat rotsen met enkele cipressen ontdekte. Zij spoorde de merrie aan en begaf zich naar de rotsen in de hoop dat zij een plek kon vinden om te schuilen voor de kou en de wilde dieren die vast tevoorschijn zouden komen als de zon onder was gegaan.
“Allah is genadig,” zuchtte zij toen zij een kleine grot zag. Zij steeg af, bond de teugels van het paard vast aan de stam van een cipres en ging de grot inspecteren. Zij had geluk. Niet alleen was er genoeg ruimte in de grot om te staan en te liggen, er waren ook nog de resten van een kampvuur en wat droge takken om een vuur mee aan te maken. Zij ging terug naar de merrie, maakte de teugels los en leidde haar de grot in. Daar haalde zij het zadel van haar rug, pakte de leren waterzak die eraan vast zat en schonk wat van de inhoud in een kuiltje in de grotvloer.
“Hier,” wenkte zij met zachte stem naar de merrie, “drink maar, vriend.”
Terwijl de merrie haar dorst leste, aaide Soraya een poosje haar manen voordat zij zelf wat water dronk. Toen zij beiden klaar waren, verzamelde zij nog meer haardhout en stapelde dit op tegen de grotmuur. Toen haalde zij een tondeldoos uit een van de zadeltassen en maakte een vuur aan. Tegen die tijd was de zon al ondergegaan en was de eerste ster aan de hemel verschenen.
“Nou, we mogen van geluk spreken,” zei zij tegen het paard. “Vannacht hebben we het in ieder geval goed.”
De woorden waren amper over haar lippen gegaan toen zij zich weer onrustig begon te voelen. En mogen dan, zei zij in zichzelf en keek om hoog naar de hemel om troost.
Er verscheen een magere glimlach op haar gezicht toen zij de sterren cluster ‘Thurayya’ waarnaar zij vernoemd was ontdekte.
“Oh moeder, oh vader wat moet ik zonder jullie?” fluisterde zij. “Ik ben bang en alleen, en toch kan ik het lot dat jullie voor mij hebben bepaald niet aanvaarden.”
Toen, alsof het haar gehoord had, kwam een zachte wind opzetten die terug fluisterde: “Je hoeft niet bang te zijn, Soraya.”
Soraya voelde haar hart zwellen van moed en glimlachte met haar prachtige tanden.
“Wie ben jij?” vroeg zij verlegen.
“Ik ben jouw bestemming, lief kind, en ik ben er om je de weg te wijzen.”
“Oh, vandaar,” reageerde Soraya en ging toen uitleggen over het gearrangeerde huwelijk en hoe zij in de grot terecht was gekomen.
“Ja, daar weet ik alles van. Net zoals ik weet dat het lot maar een glimp is van hoe jouw leven eruit zal zien als je jouw lot niet in eigen handen neemt en gevolg geeft aan jouw hartsverlangens.”
“Mijn hartsverlangens?”
“Jouw hartsverlangens zijn boodschappen van jouw ziel, jouw hogere zelf, die jou instrueren zodat jij je bestemming vervult.”
“Hmm,” zuchtte Soraya alwetend. “Wat je mij vertelt, is om vertrouwen te hebben in mijn eigen bestemming.”
“Precies,” antwoordde de wind,” vertrouwen in jouw bestemming en vertrouwen in God.”
“Dank je wel, bestemming,” antwoordde Soraya terwijl tranen van liefde in haar ogen opwelden.
“Dit heb je aan jezelf te danken,” zei de wind voor deze net zo vlug verdween als ze verschenen was.
Heel even mijmerde Soraya na over haar korte gesprek met haar bestemming voordat zij zich weer bezighield met het vuur. Terwijl zij naar de flikkerende vlammen staarde, bemerkte zij dat de angstgevoelens die zij zo vreesde, in al hun intensiteit terugkeerden ondanks dat wat zij enkele minuten geleden had geleerd. Maar deze keer was zij er zeker van dat zij zichzelf er niet in zou verliezen.
“Geloof je echt dat ik bang ben?” vroeg zij boos.
“Terwijl haar woorden nagalmden in de ondiepe grot, voelde zij vanuit haar hart een nieuw gevoel opkomen en tot elke cel in haar lijf doordringen. Haar angst transformeerde zich tot woede, en op zijn beurt transformeerde de woede zich tot kracht.
“Ja, ik ben bang, maar mijn angst zal nooit zo krachtig zijn als de liefde die ik voor mezelf voel. Hoor je me wel?”
Haar vraag werd meteen beantwoord in de vorm van een gevoel dat zowel onbekend als bekend voor haar voelde. Langzaam maar zeker werd zij overspoeld door een warme, sensuele sensatie die zich in haar baarmoeder opbouwde. Het voelde heel plezierig en eigenlijk genoot zij ervan. En voordat zij het wist, kleedde zij zich uit en ging naakt bij het vuur liggen.
Soraya sloot haar ogen en werd zich helemaal bewust van haar lijf en al diens sensaties. Daardoor maakte zij diep contact met lichaam, geest en ziel, en begon zij een gesprek met zichzelf zonder ook maar een woord te spreken. Het was een gesprek over de kennis diep van binnen. Zij wist dat angst maar een illusie was. Het was niets anders dan een emotie die haar hogere zelf versluierde en daardoor ook haar werkelijke kracht. Angst deed haar inkrimpen en liefde deed haar uitzetten. Uitzetten en zich in kwetsbaarheid openen, zodat zij God zag. En als zij God zag, zag zij zichzelf, want zij was zelf God, net zoals alles op Aarde God was. De vissen in de zee, de wind die tot haar sprak, de grot waarin zij zich op dit moment bevond, de bloemen in het weiland net buiten haar huis en zelfs de kleine zandkorrels op haar gezicht. Zij kon haar eigen leven ervaren door simpelweg haar bestemming te volgen.
Als je om je heen kijkt, vind je in alles het gezicht van God terug. Want hij is niet verborgen in een kerk, in een moskee of in een synagoge; hij is overal. Omdat er niemand is die leeft nadat hij hem gezien heeft, is er ook niemand die sterft nadat hij hem gezien heeft. Wie hem vindt, blijft eeuwig bij hem. – Shams van Tabriz
De volgende ochtend werd Soraya wakker met een diep gevoel van vertrouwen. In de nacht had zij haar hogere zelf en de kracht van creatie binnenin haar gezien. En nu begreep zij dat door naar de wereld te kijken door de ogen van haar hogere zelf, zij zichzelf zou zien in alles en iedereen. Zij zou open staan voor haar hartsverlangens en zou altijd weten wat te doen, ongeacht de situatie waarin zij zich bevond. Soraya slaakte een diepe zucht en glimlachte. Zij wist precies wat zij moest doen. Om geen tijd te verspillen, sprong zij omhoog, kleedde zich aan en liep naar de ingang van de grot.
Daar stond zij met open armen en nam het prachtige aanblik tot zich van de woestijn die zich voor haar uitstrekte voorbij de horizon.
“Dank je,” zei zij terwijl haar hart heerlijk gloeide.
Toen keek zij zonder na te denken links omhoog en zag de mooiste valk die zij ooit had gezien boven haar cirkelen in de heldere blauwe lucht.
“Hmm,” zuchtte zij, toen zij besefte wat dit betekende.
“Volg mij,” zei de valk tegen haar.
“Zonder te aarzelen deed Soraya het zadel op de rug van haar paard, leidde haar naar buiten en besteeg haar.
“Waar gaan we heen?” vroeg zij aan de valk.
De valk hield op met cirkelen en begon naar het westen te vliegen. Soraya spoorde haar paard aan en volgde de valk.
Het duurde maar even voordat Soraya de omgeving begon te herkennen.
“Oh, valk, je brengt me naar huis naar mijn vader en moeder!” riep zij extatisch.
De valk gaf geen antwoord. Het cirkelde drie keer boven haar en vloog toen terug in de richting waar zij vandaan waren gekomen.
“Soraya!”
“Vader!” riep Soraya met tranen in haar ogen en draaide zich in de richting van de stem. “Moeder!” voegde zij eraan toe toen zij haar dierbare moeder naast haar vader zag rijden samen met een handjevol mannen die aangeboden hadden om haar te gaan zoeken.
Haar vader spurtte haar tegemoet. Toen hij zijn paard tot stilstand bracht, steeg hij snel af en haastte zich om haar te helpen met afstijgen. Vader en dochter vlogen in elkaars armen en hielden elkaar stevig vast. Toen verraste haar vader haar door op zijn knieën te gaan en voor haar te buigen.
“Lieve Soraya,” zei hij, “vergeef me alsjeblieft dat ik je iets wou laten doen wat niet trouw was aan jouw hart.”
“Ook ik vraag om je vergiffenis,” zei haar moeder terwijl zij afsteeg. Toen ging zij naar Soraya toe en omhelsde haar als nooit tevoren.
“Jullie hebben mijn vergiffenis zonder dat jullie erom hoeven te vragen,” antwoordde Soraya.
Haar vader glimlachte door tranen van liefde en voegde zich bij de twee vrouwen van wij het meest hield. Toen werden zij alle drie opgeschrikt door een plotselinge windstoot.
“Ik ben trots op jou,” sprak de wind zacht met woorden die alleen Soraya verstond.
“Dank je wel,” glimlachte Soraya terug.
Symboliek:
Soraya: Meisjesnaam van Perzische en Arabische oorsprong die ‘edelsteen’ of ‘juweel’ betekent en afstamt van de Arabische naam voor de Pleiaden sterren cluster: ‘Thurayya’
Valk: Hogere zelf; verbinding met de zielenwereld; snelheid en behendigheid; kennis van het magische; kracht en zelfbekrachtiging; moeilijkheden overstijgen
Afbeeldingen:
‘Muslim’ van SamWilliamsPhoto op Pixabay
‘Sand’ van zakibmsr op Pixabay
‘Adult’ van Pexels op Pixabay
‘Falcon’ van Alexas_Fotos op Pixabay
Wat een prachtig en inspirerend verhaal weer, Wim.
Dank je wel.
Dank je wel Annet voor het lezen en voor je mooie complimenten. ;-))