Het gezicht van de liefde

PROLOOG
Dit is het verhaal van twee geliefden, Aerwyna Kernow en Lowen Carey. Beiden zijn verwond door gebeurtenissen die plaatsvonden in het verleden. Beiden streven ernaar om uit te stijgen boven de ontberingen die zij tegenkomen en bewegen gestaag vooruit op de weg van liefde en geluk. Dit is ook het verhaal van een zwarte vrouwelijke zwerfkat die Kerensa heet, ik dus. Ook ik heb mijn portie pijn gehad, en zoals de twee andere personages in dit verhaal, kom ik in het reine met het verleden en ben ik erop uit om een beter leven te creëren voor mezelf en de mensen om me heen. Laat ik beginnen door je te vertellen over wat er plaatsvond op een dag aan het begin van de winter.

David Essex – A Winter’s Tale

Het is niet liefde maar de afwezigheid van liefde die zeer doet.

Het was om een uur of tien ‘s ochtends toen Aerwyna zonder er bij na te denken de voordeur achter haar dicht deed en over de weg liep naar een baaitje net buiten het Cornish kustdorpje waar zij verbleef. Terwijl zij liep, lette zij weinig op de nevel die langzaam opsteeg om de grijze stenen huizen te onthullen die nog steeds glinsterden van de dauw. Normaliter hadden zulke details van natuurlijke schoonheid haar opgevrolijkt, maar op deze ochtend was er maar weinig wat haar zwaarmoedige hart kon troosten. Het enige wat haar op dit moment kon helpen was wat tijd in haar eentje doorbrengen.

Terwijl zij over de brug liep die de kleine rivier spande, richtte zij haar blik naar binnen toe en herinnerde zich wat er gistermiddag plaats had gevonden bovenop de klif die over dezelfde baai uitkeek waar zij naartoe ging. Een bitterzoet gevoel nam bezit van haar terwijl zij visualiseerde hoe zij daar met Lowen in de stromende regen had gestaan en de warmte had gevoeld van zijn liefdevolle omhelzing. Het was in zijn armen waar zij zich veilig en geliefd voelde, en het was in zijn armen waar zij nu verlangde te zijn. 

Billy Griffin – Hold Me Tighter In The Rain

Toen zij aankwam in de baai, besloot zij om een poos op de klif te blijven staan, voordat zij het paadje omlaag naar het strand volgde. Zij keek over de rand beneden naar het smaragdgroene water dat om de rotsen heen draaide en voelde haar hart sneller kloppen. Zij vertelde zichzelf dat zij hoogtevrees had. Op de een of andere manier stimuleerde de steile afgrond de ongerustheid die zij had gevoeld nadat zij en Lowen voorgoed afscheid van elkaar hadden genomen. Waarom hadden zij trouwens besloten om uit elkaar te gaan, vroeg zij zichzelf af terwijl de tranen in haar ogen opwelden. Zij herinnerde zich nog dat zij iets had gezegd over het weer verder op reis willen gaan. Een magere glimlach verscheen op haar gezicht. “Lafaard,” zei zij hardop tegen zichzelf toen een gevoel diep van binnen haar confronteerde met de waarheid.

Zo lang zij zich kon herinneren, was er weinig liefde en genegenheid geweest in haar leven, en in plaats daarvan was er veel afwijzing en kritiek. Zij had onvoldoende een band opgebouwd met haar ouders en daardoor vond zij het erg moeilijk om zich volledig toe te wijden aan welke relatie dan ook. Zij was hield zich in met het delen van intimiteit en genegenheid. Ironisch genoeg wakkerde de intimiteit die zij vreesde haar verlangen aan om dichtbij anderen te zijn. Dat was waarom zij haar geluk niet op kon toen Lowen haar genoeg vertrouwen liet voelen om zich helemaal open te stellen naar hem. Terwijl de tranen eindelijk over haar gezicht stroomden, besefte zij dat het geen hoogtevrees maar dieptevrees die haar ongerust maakte.

Bob James & Earl Klugh – I’ll Never See You Smile Again

Eerder die dag, bij zonsopkomst, ging Lowen naar het strand in de baai om te gaan surfen. Hij stond bij zijn auto op de parkeerplaats en keek voorbij de golven in noordoostelijke richting om de zon langzaam boven de horizon uit te zien stijgen. De zwakke winterse stralen gaven weinig warmte af en stelden zij Lowen iets gerust, doordat zij hem herinnerden aan Aerwyna’s glimlachende gezicht. Toch kon hij deze keer niet van hetzelfde geven. Hoe veel vreugde haar glimlach ook uitstraalde, hij voelde zich alles behalve vreugdevol. Zich op deze manier haar gezicht voorstellen, herinnerde hem aan het feit dat hij haar nooit meer zou zien glimlachen. Meteen voelde hij het verdriet dat hij sinds gisteren had opgekropt, opwellen vanuit zijn longen en door zijn hele lijf stromen. Het duurde maar even voor zijn borst op en neer ging zoals de deining van de oceaan voor hem en hij eindelijk in tranen uitbarstte.

“Ahhh, dat lucht op,” zuchtte hij en snoof enkele keren met zijn neus toen hij zijn verdriet had geuit. Hij snoot zijn neus in een papieren zakdoekje en liep naar de achterkant van de auto. Daar opende hij de kofferbak en haalde zijn wetsuit uit de zak. Hij trok het snel aan, bevestigde twee vinnen en een leg rope aan zijn surfboard en bevestigde het andere uiteinde van de leg rope aan zijn rechter enkel. Toen tilde hij zijn surfboard en ging naar het strand. Daar stond hij stil en keek nog een laatste keer naar de zonsopgang voor hij de branding in waadde. Hij wist nog niet hoe hij om moest gaan met hun uit elkaar gaan. Op dit moment dacht hij alleen aan zich verbinden met de oceaan en met de Natuur en al het andere in zijn leven vergeten.

Earl Klugh – For The Love Of You

Ongeveer een half uur later bereed Lowen zijn laatste golf. Hij kwam uit het water met een voldaan gevoel. Terwijl hij terugliep naar de auto, hoopte hij dat de lichaamsbeweging hem van de obstipatie zou af helpen waar hij last van had doordat hij de laatste paar dagen te veel aan het denken was geweest. Vaak hielp het als hij in het koude water van de oceaan bewoog. Naast darmklachten, was zijn linker oog aan het opspelen. Af en toe raakte zijn ooglid en de huid om zijn linker oog ontstoken. Hopelijk zou het reinigende effect van het zeezout ervoor zorgen dat hij ook hiervan werd verlost. Lowen vermoedde dat naast de stofdeeltjes in de lucht, de ontsteking werd veroorzaakt door iets uit het verleden wat hij ver weg had gestopt. 

Zijn vermoeden werd bevestigd toen hij zich de doordeweekse ochtenden herinnerde toen hij tien jaar oud was. Omdat hij tegen alweer een dag op school opkeek, vroeg hij aan zijn moeder waarom hij niet thuis kon blijven. Achteraf gezien, kon hij zich haar antwoord niet herinneren. Er verscheen een magere glimlach op zijn gezicht toen hij besefte dat niet haar antwoord op zich hem toen van slag had gemaakt, maar het intense gevoel dat veroorzaakt werd door een gebrek aan warmte en genegenheid. Bij Aerwyna had hij het tegenovergestelde ervaren. Dat was nog iets van haar wat hij zou missen. “Ach ja,” zuchtte hij diep terwijl hij zich troostte met het vooruitzicht van de hele dag rondhangen en doen waar hij zin in had. Dat was één van de vele voordelen van het zelfstandig ondernemerschap, zei hij in zichzelf.

Op het strand kleedde Aerwyna zich uit tot haar badpak dat zij onder haar kleren aan had en deed haar kleren in een grote sporttas. Zij fronste toen zij haar mouwloze wetsuit wou pakken. De temperatuur was behoorlijk gedaald na de zware regenval van de dag daarvoor en zij vroeg zich af of het beter was geweest als zij haar andere wetsuit had meegenomen. Zal ik teruggaan om het op te halen, vroeg zij zichzelf af. “Nee,” zei zij resoluut, nadat zij er even over na had gedacht. Zij zou toch maar even gaan zwemmen en zo koud was het water nou ook niet. tenminste, dat dacht zij. “Oef,” zuchtte zij toen zij het water in liep, maar zij zette door tot zij niet langer kon staan. “Daar gaat ie dan,” zei zij terwijl zij zich schrap zette en langs de kust op en neer begon te zwemmen.

Zij had ongeveer 100 meter gezwommen toen zij gewend was geraakt aan de temperatuur en ervan ging genieten. In open water zwemmen, hielp haar om een poos haar gedachten te verzetten. Zij richtte zich alleen op haar slag en was zich bewust van de lichamelijke sensatie die zij ervoer door zich te verplaatsen in de deining. Alweer was zij in verbinding met de Natuur en met zichzelf, en zo kwam zij algauw in een meditatieve staat terecht. Daar absorbeerde zij de pijnlijke gevoelens en transformeerde deze tot kracht die zij gebruikte om zich moeiteloos voor te stuwen in het water.

Ongeveer een uur later zwom zij in de richting van de kust tot waar zij weer kon staan en deed haar zwemmuts en zwembrilletje af. Zij keek naar de zeilboten die voor anker lagen aan de andere kant van de baai. Het duurde maar even voor zij bevangen werd door een dromerig gevoel. Waar kwamen zij vandaan en waar zouden zij naartoe gaan, vroeg zij zich af. Zoals zij het bekeek, moesten de mensen die ermee zeilden zich heel erg vrij voelen. Het deed haar denken aan haar voornemens toen zijzelf aan haar reis was begonnen. Nu er niets, of om precies te zijn, niemand die haar hier in dit pittoreske plaatsje hield, kon zij weer op pad gaan.

Zij slaakte een diepe zucht om de gemengde gevoelens bij haar beslissing. Heel diep van binnen koesterde zijn nog een verlangen naar Lowen. Het plaatsje achter zich laten, zou betekenen dat zij voor altijd de mogelijkheid om bij elkaar terug te komen achter zich zou laten. Zij huiverde bij de gedachte hem nooit weer te zien. Naar het kippenvel op haar armen kijkend, wist zij dat het niet alleen door het afkoelen van haar lijf kwam dat zij zo moest rillen. Zij zwom vlug naar de kust en zette voorlopig haar gedachten en gevoelens aan de kant.

Toen zij zich had afgedroogd en weer had aangekleed, vertrok zij naar het huisje dat zij nu bijna twee maanden haar thuis noemde. Zij dacht eraan om bij haar huurbazin, die verderop in de straat woonde, langs te gaan en haar te informeren dat zij over een paar dagen zou vertrekken. Terwijl zij langzaam terugliep, kreeg haar geestesoog beelden uit het verleden gepresenteerd van haar zwemlessen in de baai vlakbij het huis waar zij met haar familie had gewoond. Die baai leek veel op deze, met hoge kliffen en helder blauw water, maar had ook een klein eilandje zo’n 500 meter voor de kust.

Levendig herinnerde zij zich haar zwemleraar, want hij was een erg aardige en hartelijke man. Hij was ook heel geduldig en gaf haar en de andere kinderen in het groepje gevoelens van veiligheid en vertrouwen. Het kwam door hem dat zij de moed had gehad om naar het eiland te zwemmen toen zij nog maar zeventien was. Doordrongen van een diep gevoel van dankbaarheid, stelde zij zich Lowens glimlachend gezicht voor. Ook Lowen had dat hartelijke over zich dat haar een gevoel van veiligheid en vertrouwen gaf en haar aanmoedigde om het beste uit zichzelf te halen. Zij glimlachte. “Dank je wel, lieverd,” fluisterde zij.

Edison Lighthouse – Love Grows (Where My Rosemary Goes)

“Miauw … Miauw.”
Aerwyna keek omlaag en zag een knap uitziende zwarte kat met een witte hartvormige pluk haar op haar borst.
“Oh, ben jij het weer,” zei zij en ging op haar hurken zitten om haar te aaien.
De kat tilde haar kopje omhoog zodat Aerwyna haar goed op haar wang en hals kon aaien.
“Dat vind jij heerlijk, hè, lekkertje.”
De kat had haar ogen gesloten en begon licht te knorren als blijk van waardering voor Aerwyna’s genegenheid. Aerwyna had haar vaak in het plaatsje rond zien lopen en veronderstelde dat zij een zwerfkat was. Maar zo te zien aan haar glanzende vacht en de glinstering in haar ogen, zag zij er goed doorvoed uit en leek zij allesbehalve op een zwerfkat. Sterker nog, zij deed haar denken aan Lowens woorden aan haar: “Overal waar jij je begeeft, verspreid jij licht en liefde, Aerwyna.” Deze kleine kat werd niet alleen door iemand in het dorp gevoerd, zij kreeg van diegene ook een hoop liefde en genegenheid.

Ineens opende de kat haar ogen en sprong uit Aerwyna’s armen in de met gras bedekte berm en drentelde parmantig voor haar uit. Enkele meters verderop stopte zij en draaide haar hoofd naar Aerwyna toe alsof zij naar haar wenkte om haar te volgen. Aerwyna aarzelde niet en besloot om op haar onderbuik gevoel af te gaan en volgde de kat waar zij haar maar naartoe leidde. Aerwyna kende de weg in dit dorpje aardig goed en waar zij nu naartoe gingen, kwam haar erg bekend voor. Zij werd bevangen door een warm en plezierig gevoel van thuis te zijn. Haar hart kreeg een blij gevoel. “Hmm, waar leid jij mij naartoe, lief katje?” vroeg zij, met een weemoedige glimlach.

Bob James – Restless

Ondertussen stond Lowen bij het aanrecht in zijn keuken. De lichaamsbeweging op de vroege ochtend had zo’n eetlust opgewekt dat zelfs de grote kom met havermout pap die hij voor zijn ontbijt had gehad niet genoeg was om het de hele ochtend vol te houden. Hij besloot om een grote boterham met pindakaas en banaan klaar te maken om zijn honger te stillen. De geur van pindakaas nam hem in zijn gevoel mee naar zijn kindertijd toen zijn moeder hem voedde met boterhammen met pindakaas voor zijn lunch op school. Het gevoel dat er goed voor hem werd gezorgd, herinnerde hem aan zijn oma. Telkens als hij zich ongelukkig voelde, lukte het haar om hem een hartverwarmend gevoel te geven. Vervolgens herinnerde zij hem aan zijn wiskunde lerares op de middelbare school, die, anders dan veel van de andere leraren, zo veel geduld had met hem en zijn klasgenoten. Het was aan haar te danken dat hij eindelijk wiskunde begreep en zelfs uitkeek naar haar lessen.

Tegelijkertijd voelde hij een schuldgevoel in hem opkomen. Het was een bekend gevoel dat de gewoonte had om momenten van geluk zoals dit te bederven wanneer hij bij goedaardige mensen in de buurt was of aan hen dacht. Hij vroeg zichzelf af welk recht hij had om zo liefdevol te worden behandeld. Hij had geen misbruik moeten maken van hun goedheid. Zijn schuldgevoelens breidden zich uit naar Aerwyna. Geen wonder dat zij uit elkaar wou gaan. Dit dorpje was maar een van de vele stopplaatsen op haar reis en hij wou haar vrijheid niet inperken. Hij had te veel van haar gevraagd en daarom had hij er goed aan gedaan om haar los te laten. Toch kreeg hij het gevoel door haar in de steek te zijn gelaten, net zoals hij zich in de steek gelaten voelde door zijn dierbaren. Hij sloot zijn ogen en ademde een aantal keer diep in en uit. Toen hij zijn ogen opende, keek hij uit het raam en was overweldigd toen hij Aerwyna over het paadje naar zijn voordeur te zien lopen. 

“Aerwyna,” zei Lowen met een verbaasde blik op zijn gezicht terwijl zijn hart wild tekeer ging.
“Hi Lowen,” groette Aerwyna, blozend. “Ik liep net naar huis nadat ik in zee gezwommen had, toen ik dit schattige beestje tegenkwam,” zei zij terwijl zij naar Kerensa keek, die nu met haar kopje langs Lowens been wreef. “Zij leidde me naar jouw deur.”
Lowen ging op zijn hurken naast de zwarte kat zitten en begon haar te aaien.
“Goed gedaan, Kerensa.”
“Kerensa?”
“Ja, zo heb ik haar genoemd toen ze ongeveer een half jaar geleden regelmatig bij me op bezoek kwam. Haar naam betekent ‘liefde’ in het Cornish.”
Aerwyna ging ook op haar hurken zitten naast Kerensa om haar te aaien. Aan de knorgeluidjes te horen, was het duidelijk dat Kerensa intens genoot van deze overvloed aan genegenheid.
Dus het was de liefde die me naar jou toe leidde,” merkte Aerwyna op.
“Oh ja, inderdaad,” reageerde Lowen met een grote glimlach op zijn gezicht.
“Je hebt echt de juiste naam voor haar bedacht. Ze is zo schattig.”
“Nou, hé. Ze is schattig en dat weet ze maar al te goed.”
“Ze is net zoals jij,” antwoordde Aerwyna, glimlachend, terwijl zij zijn wang streelde.
Lowen keek haar glimlachend aan. Zijn gloeiende wangen zeiden haar dat zijn hart overstroomde.
“Nu je er toch bent, wil je binnen komen?” vroeg Lowen.
“Ja, graag. Ik kan wel een warme douche gebruiken.”
“Vertel mij wat,” zei Lowen terwijl hij met zijn duim en wijsvinger zijn neus dichtkneep en in lachen uitbarstte.
“Hé, kijk uit, jij,” reageerde Aerwyna met een geveinsde serieuze blik. Zij kuste hem zacht op zijn lippen, stond op en ging op weg naar de badkamer.
Lowen glimlachte naar Kerensa en gaf haar een grote kus op het hoofd.
“Dank je wel dat je haar bij mij thuis bracht, Kerensa.”
Zij keek naar hem met een glinstering in haar kleine, gele ogen alsof zij hem zei dat hij heel veel geluk had gehad. Toen huppelde zij door de deuropening en leidde hem naar de keuken zodat hij haar zou belonen voor haar goede daad. Hij moest om haar lachen. Zij wist maar al te goed dat hij haar sowieso te eten zou geven. 

Terwijl Kerensa haar maaltijd van tonijn uit blik aanviel, liep Lowen naar de badkamer. Hij aarzelde even en vroeg zich af of het iets te moedig van hem zou zijn als hij de deur nu opendeed, tot zijn stem hem toe fluisterde dat het juist een goed idee was.
“Je bent toch niet naar me aan het gluren, hè?” vroeg Aerwyna terwijl zij over haar schouder keek.
“Nee, ik ben openlijk naar je aan het staren,” antwoordde Lowen met een ondeugende glimlach op zijn gezicht.
Aerwyna lachte zenuwachtig. Af en toe voelde zij zich nog een beetje onzeker over haar lichaam, zelfs in het bijzijn van Lowen.
“Eigenlijk ben ik van het uitzicht aan het genieten,” voegde Lowen eraan toe. “Maar maak je geen zorgen, ik kom niet bij je onder de douche.”
Aerwyna draaide zich om en glimlachte naar hem.
“Da’s nou jammer. Ik hoopte van wel.”
Lowen bloosde. Dit was niet waar hij op had gerekend. Terwijl zijn hart wild tekeer ging, kleedde hij zich uit en bewoog langzaam naar de douchecabine. Aerwyna opende de deur.
“Naar binnen, jij,” zei zij en trok hem zachtjes aan zijn hand.
Zij keken elkaar in de ogen en hielden op met glimlachen terwijl hun harten wijd open gingen en zich met elkaar verbonden. Zij omsloot teder zijn gezicht met haar handen en hij sloeg zijn armen om haar heen. Zij sloten hun ogen en net toen hun lippen elkaar aan raakten, werden zij afgeleid door krabgeluiden vanachter de badkamerdeur die gevolgd werden door een luid gejengel.

“Ach, Kerensa, arme schat,” riep Aerwyna.
“Ik vergat de deur open te laten,” zei Lowen en verliet haastig de douche om Kerensa naar binnen te laten. 
Kerensa drentelde de badkamer binnen, sprong op de wasmand en begon zich te verzorgen.
“Hahaha, ze is echt een diva,” zei Aerwyna.
“Ja, ze denkt dat het huis van haar is,” grinnikte Lowen en gaf Kerensa een grote natte kus op haar hoofd.
Kerensa begon meteen haar hoofd schoon te vegen, waarop Lowen en Aerwyna in lachen uitbarstten.

Een half uur later liep Aerwyna opgefrist de woonkamer binnen waar Lowen op de bank zat.
“Je ziet er prachtig uit in die spijkerbroek,” merkte Lowen op. “Of beter gezegd, door jou ziet die spijkerbroek er prachtig uit.”
“Ik ben niet gevoelig voor je charmes, knapperd.”
Aerwyna ging op de bank zitten en kroop tegen hem aan.
“Ik heb je gemist,” zei zij.
“Ik jou ook.”
Lowen had amper gesproken toen Kerensa van de boekenkast af sprong vanwaar zij alles om haar heen had zitten observeren en sprong vervolgens bij Lowen op schoot. Zij rolde zich op in een bolletje en begon te zuigen aan de kussentjes aan een van haar achterpootjes. Lowen aaide haar zacht.
“Waarom doet ze dat? vroeg Aerwyna, fronsend.
“Dat doet ze wel vaker. Ik denk dat het haar manier is om zichzelf te troosten alsof haar moeder haar aan het zogen is. Best wel zielig, eigenlijk.”
Aerwyna begon haar ook te aaien.
“Ik ben blij dat ze hier bij ons is,” zei zij terwijl zij met haar hoofd zacht tegen Kerensa’s kopje aan wreef.

Earl Klugh – Dance With Me

Zij waren Kerensa maar een paar minuten zo aan het troosten, toen Kerensa ineens van Lowens schoot af sprong en de gang in rende.
“Zo, dat is best heftig,” merkte Aerwyna op.
“Ja, dat doet ze iedere keer weer. Waarschijnlijk herinnerde ze zich ineens dat ze geen baby meer is.”
Aerwyna wou net wat meer vragen over Kerensa, toen zij een bekend liedje op de radio hoorde. Het was een liedje dat haar ouders vaak op hun platenspeler hadden afgespeeld toen zij nog heel jong was. Zij sprong op van de bank en reikte haar hand uit naar Lowen.
“Kom, laten we dansen.”
“Heel graag,” zei Lowen, glimlachend.
Hij stond op en legde zijn handen op haar heupen. Zij deed haar armen om zijn nek en zong terwijl zij over de vloer begonnen te schuifelen:

Dance with me, I want to be your partner
Can’t you see, the music is just starting
The night is calling and I am falling
Dance with me

Zij hielden op met dansen toen het liedje was afgelopen en keken elkaar in de ogen.
“Hoorde ik jou zonet op de bank ‘ons’ zeggen” vroeg Lowen.
Aerwyna’s ogen glinsterden.
“Jou ontgaat ook niets, hè?”
“Haha, niet als het om jou gaat.”
“Nou, ik heb wat nagedacht toen ik aan het douchen was en ik heb besloten om wat langer te blijven.”
Lowen kon zijn geluk niet op.
“Ik heb ook zitten denken. Nu is het moment voor mij om wat moediger te zijn. Dus heb ik een vraag aan jou.”
Aerwyna trok haar wenkbrauwen omhoog.
“Wat zeg je ervan als je bij mij komt wonen en dat we samen gaan reizen?”
“Oh, Lowen, dat zou ik heerlijk vinden,” antwoordde Aerwyna en kuste hem op zijn lippen.
Toen kwam Kerensa de kamer in denderen.
“Miauw … Miauw.”
“Ja, jij mag ook mee,” zeiden zij in koor en barstten in lachen uit.
Lowen tilde haar op en hield haar in zijn armen.
“Je bent hier toch al kind aan huis,” zei hij en gaf haar een dikke kus.

EPILOOG
Mijn broertjes en zusjes waren maar enkele weken oud toen mijn moeder op een dag niet thuiskwam van het jagen. Wij werden aan ons lot overgelaten. Gelukkig hebben de mensen in het dorpje ons gevoerd. Maar, we waren nog niet gespeend en de anderen hebben het niet gered. Lange tijd gaf mij dit het gevoel in de steek te zijn gelaten tot ik Lowen ontmoette. Hij opende zijn hart voor me en was de eerste in mijn leven die me deed beseffen dat de liefde en genegenheid waarnaar ik hongerde, maar een weerspiegeling waren van de liefde binnenin mij.

Liefde bevindt zich in elk levend wezen. We hebben alleen de moed nodig van een warm hart om dit te voelen en om te weten dat werkelijk iedereen voorspoed en een overvloed aan goedheid kan ervaren. Nu ik het erover heb, ik ben erg dankbaar voor het thuis dat Lowen en Aerwyna me gegeven hebben en ik heb niet langer de behoefte om aan de kussentjes aan mijn pootjes te zuigen om me geliefd te voelen. Met z’n drieën reizen wij over de hele wereld en genieten wij volop van de fijne dingen die het leven ons biedt. En ik moet toegeven dat zij het behoorlijk druk hebben met hun werk als mijn bedienden. Geintje ;-)) Zij zijn de beste pleegouders die je je kunt wensen. Ook zij hebben het verleden vaarwel gezegd en richten zich op het creëren van een heerlijk leven voor zichzelf en voor elkaar. Mijn hart smelt iedere keer wanneer Lowen tegen Aerwyna zegt: Als je wilt weten hoe de liefde eruitziet, dan moet je in de spiegel kijken.

M I A U W (EINDE)

Het is met een enorme dankbaarheid, dat ik dit verhaal opdraag aan onze zwarte kat Fay en aan al die andere gezichten van de liefde in mijn leven. Dank jullie wel dat jullie je hart voor mij openden en mij me geliefd lieten voelen op die momenten dat ik vergeten was hoe ik van mezelf kon houden.

Orleans – Dance With Me

Symboliek en terminologie:

Kerensa: Kerensa is een Cornish meisjesnaam die afstamt van het Cornish woord voor ‘liefde’
Aerwyna: Aerwyna is een Cornish meisjesnaam die ‘vriend van de zee betekent’
Kernow: Kernow is een variatie op de Cornish achternaam ‘Curnow’ die ‘Cornwall’ of ‘van Cornwall’ betekent
Lowen: Lowen is een Cornish jongensnaam die ‘vreugdevol’ betekent
Carey: Carey is een Cornish achternaam en jongensnaam, die ‘hij die geliefd is’ betekent

Afbeeldingen:

‘Cat’ van Miller-Eszter op Pixabay
‘Adult’ van Pexels op Pixabay
‘Sea’ van Pexels op Pixabay
‘Beach’ van Pexels op Pixabay
‘Surfer’ van PublicDomainPictures op Pixabay
‘Swim’ van Birgl op Pixabay
‘Boats’ van Pexels op Pixabay
‘Beach’ van Norrisskyia op Pixabay
‘Kitten’ van Miller_Eszter op Pixabay
‘Cactus’ van TheVirtualDenise op Pixabay
‘Woman’ van Efes op Pixabay
‘Woman’ van StockSnap op Pixabay
‘Cat’ van Miller_Eszter op Pixabay

Subscribe

Would you like regular updates? Subscribe to my blog.

 

2 Reacties

  1. Geert

    Wat een intens prachtig liefdesverhaal! Katten zijn heel spirituele wezens, en dit maakt het verhaal ook persoonlijk heel intens voor mezelf. Met andere woorden: het is bij me binnengekomen en ik heb ook even een paieren zakdoekje bovengehaald…

    Antwoord
    • Wim Beunderman

      Dank je wel voor het lezen, Geert. En wat mooi dat je het zo intens ervaren hebt. Ik ervaar ook katten als spirituele wezens. Ze vertellen ons een hoop, alleen ik luister niet altijd al te best. ;-))

      Antwoord

Een reactie versturen

Your email address will not be published. Required fields are marked *