Abracadabra

Met haar ziel onder de arm, haastte Isabella zich naar huis door de koude, winderige straten van New York van het Italiaanse restaurant waar zij als keukenhulp werkte. Dit was niet het leven dat zij zich had voorgesteld nog geen jaar geleden, op de boerderij van haar ouders in Arkansas. Terwijl zij rilde en de kraag van haar jas omhoog trok, vroeg zij zich af hoe zij zo naïef had kunnen zijn om te geloven dat zij het zou redden als professionele balletdanseres op Broadway. Diep in gedachten, zag Isabella bijna de oude man over het hoofd die zich schuilde in een kartonnen wasmachinedoos voor de rolluiken van een tweedehands meubelwinkel.

Voorbijgangers negeerden zijn uitgestrekte hand die om geld en wat eten bedelde. Isabella had hetzelfde gedaan als hij haar niet had aangesproken met een verrassend heldere en krachtige stem:
“Zeg mij, lief kind, kan je wat munten of een beetje eten missen?”
Hoewel zij verbaasd was, schrok Isabella er niet van om ‘s avonds laat op straat zo aangesproken te worden. Eigenlijk voelde zij zich heel veilig. Terwijl haar hart begon te gloeien, legde zij haar rechter hand op haar hart en keek diep in de mans donkere ogen. Het was toen dat het haar opviel dat ze fonkelden als sterren in een woestijnlucht. Voor haar innerlijk oog verschenen beelden van Arabië in lang vervlogen tijden.
“Ja, dat heb ik, meneer,” antwoordde zij, in haar tas reikend naar het restje lasagne dat haar werkgever haar had meegegeven.
Er verscheen een warme, dankbare glimlach op de man’s gezicht terwijl hij beide handen uitstak om de nog warme maaltijd in ontvangst te nemen. Hij had in weken geen fatsoenlijke maaltijd gehad.

“Mijn dankbaarheid strekt voorbij de hemel,” sprak hij terwijl hij herhaaldelijk met zijn hoofd naar Isabella boog. “Vertel mij alsjeblieft, hoe deze genadige engel heet die vanuit zo’n puur hart handelt?”
Isabella glimlachte. Het compliment deed haar blozen.
“Mijn naam is Isabella. Mag ik weten wat uw naam is?”
“Mijn naam is Khalil.”
“Nou, graag gedaan, Khalil,” zei Isabella. “Kan ik nog iets anders voor u doen?”
“Er is één ding,” antwoordde Khalil. “Sta mij alsjeblieft één verzoek toe.”
“Noem uw verzoek en ik zal mijn best doen aan deze te voldoen.”

Khalil kwam toen verrassend lichtvoetig overeind en reikte zijn handen uit naar Isabella met zo’n meedogende blik in zijn ogen dat Isabella zo haar handen in zijn handen legde.
“Welnu, vertel mij Isabella, wat baart jou zorgen?”
Isabella zuchtte en dacht even na of zij deze vreemdeling wel moest vertellen waar zij zich druk om maakte. Toen keek zij opnieuw in zijn ogen. Het voelde alsof het hele universum zijn adem inhield in afwachting van wat zij zou zeggen. Dus vertelde zij Khalil in detail over hoe haar droom om een succesvolle balletdanseres te worden haar naar New York had geleid. Zij vertelde hem ook dat zij bij een amateur balletvereniging hoorde en dat zij elke kans pakte om auditie te doen voor balletgroepen, maar dat tot nu toe niemand zo enthousiast was geweest om haar aan te nemen. Daarom voelde zij zich zo neerslachtig.

De hele tijd luisterde Khalil aandachtig. Toen Isabella klaar was met spreken, glimlachte hij lief naar haar en zei simpelweg:
“Vergeet niet dat de aarde het heerlijk vindt jouw blote voeten te voelen en de wind ernaar hunkert met jouw haar te spelen.”
Alhoewel Isabella nog niet het verband tussen haar verhaal en Khalil’s dichterlijke antwoord kon bevatten, voelde zij diep van binnen dat hier iemand tegenover haar stond die met haar meeleefde. Zij voelde zich geborgen.

“Dank u wel, Khalil,” zei zij met tranen in haar ogen. “Ik ken u amper, en toch voelt het alsof ik een vriend gevonden heb.”
“Vriendschap komt in vele vormen, lieve Isabella,” antwoordde Khalil, “en ongeacht de vorm, als het ware vriendschap is, zal het de tand des tijds weerstaan.”
“Dan zal ik u weer eens tegenkomen, mijn vriend.”
“Ja, dat zal je zeker. Misschien wel eerder dan je verwacht.”
Khalil maakte toen een eervolle buiging en drukte teder zijn lippen op haar beide handen.
“Tot ziens, lieve Isabella. Moge jouw dromen gezegend worden door hun verwezenlijking.”
“Tot ziens, Khalil,” antwoordde Isabella.
Toen draaide zij zich om en vervolgde haar weg naar huis. Net voordat zij de hoek om liep, keek zij over haar schouder om een laatste blik te werpen op de vriend die zij net had leren kennen, maar tot haar verbazing was hij verdwenen.

Die nacht viel zij in een diepe slaap en had een wonderlijke droom. Zij droomde dat zij weer een klein meisje was dat op blote voeten door een korenveld liep en korenbloemen plukte. Zij giechelde terwijl de wind zacht met haar lokken speelde. Het voelde zo fijn om zo vrij te leven. Toen klonk in de verte een mannenstem. Zijn woorden, gesproken in een vreemde taal, leken door de wind gedragen te worden:
“Abracadabra… Ik creëer terwijl ik spreek…”

“Prr, prr…”
Isabella werd de volgende ochtend gewekt door haar kat Nuri, die zij uit bewondering vernoemd had naar de balletdanser Rudolf Nurejev. Nuri drukte zacht met zijn pootje tegen haar neus, alsof hij haar gebaarde om op te staan en hem zijn ontbijt te geven.
“Goeiemorgen Nuri,” geeuwde Isabella terwijl zij haar arm om hem heen legde en hem met veel genegenheid overal op zijn kopje kuste.

Zij keek toen op om te zien hoe het voorjaarszonlicht door de opening tussen de gordijnen scheen. Afgelopen nacht had wat voorjaarssneeuw met zich meegebracht, maar die welkome zonnestralen, samen met haar droom en haar ontmoeting met Khalil brachten een vreugdevolle glimlach op haar gezicht. Toen herinnerde zij zich wat voor dag het was.
“Oh, Nuri,” riep zij terwijl zij rechtop ging zitten, “vandaag gaat het gebeuren!”
Nuri begreep niet wat zij bedoelde, maar was blij dat zij eindelijk uit bed kwam. Vandaag was het zaterdag, en vanavond zou zij meedoen aan de première van een balletvoorstelling die haar balletvereniging zou geven, geïnspireerd door het Earth Wind & Fire nummer ‘Fantasy’.

Isabella en de andere balletdansers hadden al bijna vier maanden gerepeteerd en zij keken allemaal vol verwachting uit naar deze dag. Daarom zou zij ervoor zorgen dat zij op tijd bij het theater was voor de laatste repetitie die om één uur ‘s middags plaats zou vinden. Terwijl zij door het kleine park naar het theater fietste, zong zij de tekst van het liedje:
“Every thought is a dream, rushing by in a stream, bringing life to the kingdom of doing…”

Hierdoor vergat zij alles om haar heen en lette niet op haar omgeving, totdat een felrode flits haar aandacht trok. Het deed haar keihard remmen en abrupt tot stilstand komen. Daar stond zij oog in oog met een roodborstje dat op een bloeiende prunustwijgje zat, nog geen twee meter van haar vandaan. Meteen voelde zij aan dat hij haar iets had te vertellen. Daar midden op het voetpad sloot zij haar ogen en stemde zich af op het roodborstje.

“Laat het verleden gaan en ga voorwaarts zonder aarzeling en met een diep vertrouwen,” sprak een stem die veel op haar eigen leek. “Herinner je de kracht van je stem.
Spreek hardop dat waarnaar je verlangt en het zal voor je verschijnen.”
“Dank je wel, roodborstje.”
Uit zijn getsjirp maakte Isabella op dat het roodborstje haar begreep. Zij sprong weer op haar fiets en vervolgde haar weg naar het theater, alleen nu sprak zij hardop en keer op keer:
“Ik ben een succesvolle balletdanseres die tot het genoegen van heel de wereld danst.”

Tijdens de voorbereidingen op de voorstelling, werd zij bevangen door een diepe rust. Hoewel iedereen om haar heen zich opgewonden en zenuwachtig voelde, was zij vol vertrouwen.
“Bella, mijn buik voelt gek,” klonk een stemmetje achter haar.
Zij draaide zich om in haar stoel van de spiegel waarvoor zij zich aan het opmaken was en zag de zesjarige Olivia, die keek alsof zij elk moment over kon geven. Isabella besteedde regelmatig extra tijd op de zaterdagen om de kleine meid te helpen met het aanleren van alle pasjes.
“Kom maar, schatje,” gebaarde zij met beide handen. “Daar heb ik wel een goed middeltje voor.”
Olivia’s gezicht klaarde op en zij sprong op Isabella’s schoot.
“Ik ben zo trots op jou, Olivia,” zei Isabella terwijl zij haar stevig vasthield.
Die avond danste Isabella als nooit tevoren. Zij bewoog heel gracieus en met het grootste gemak. Bovenal voelde zij een warm en vreugdevol gevoel diep van binnen. Het publiek was gek op haar, en toen de voorstelling voorbij was, bleven zij maar klappen voor de balletdansers die hand in hand op het podium stonden met een stralende lach op het gezicht. Toen ging iedereen terug achter het podium waar zij elkaar feliciteerden.
“Bella, mama wil jou spreken,” zei Olivia, van opwinding aan Isabella’s arm trekkend.

Isabella draaide zich om en zag daar een vrouw met een vriendelijke glimlach op haar gezicht.
“Mijn naam is Julia Harrison,” zei de vrouw en stak haar hand uit.
Isabella schudde Julia’s hand en glimlachte.
“Olivia houdt maar niet op over jou te praten. Je blijkt een behoorlijke indruk op haar te maken. En ik moet zeggen dat ik net zo onder de indruk ben. Zo erg zelfs dat ik je graag uit wil nodigen voor een auditie bij onze balletgroep.”
“Ik weet niet wat ik moet zeggen,” zei Isabella en deed haar handen voor haar mond.
“Zeg dat je het doet!” riep Olivia, op en neer springend van blijdschap.

Isabella’s droom was eindelijk uitgekomen en zij danste over de hele wereld voor diezelfde balletgroep. Op een zondagochtend, terwijl zij in het park zat, voelde zij plotseling een briesje door haar haren waaien. Het voelde bekend en wekte fijne herinneringen op van een koude nacht in april vele jaren geleden. Het deed haar hart gloeien van dankbaarheid voor de oude, wijze man die haar had geholpen haar leven een nieuwe wending te geven. Terwijl zij zich de warme klanken van zijn stem herinnerde, voelde het haast alsof hij weer voor haar stond. Plotseling werd zij afgeleid door een flits van kleuren. Zij keek naar links. Daar stond een mooie man gekleed in een kleurrijk Arabisch gewaad naar haar te glimlachen.
“Khalil,” zuchtte zij, en tranen van geluk kwamen tevoorschijn.
“Abracadabra,” fluisterde Khalil en toen, net zoals al die jaren geleden, verdween hij in het niets.

First when there’s nothing
But a slow glowing dream
That your fear seems to hide
Deep inside your mind
Uit: ‘What A Feeling’ van Irene Cara

Irene Cara – What A Feeling (Flashdance theme)
Abracadabra: Van de Aramese zin ‘Avra kehdabra’, wat ‘Ik creëer terwijl ik spreek’ betekent.

Citaten:
En vergeet niet dat de aarde het heerlijk vindt uw blote voeten te voelen en de wind ernaar hunkert met uw haar te spelen –
Khalil Gibran

Afbeeldingen:
‘Dancer’ van Adina Voicu op Pixabay
‘Homeless’ van Leroy Skalstad op Pixabay
‘Wildflowers’ van LUM3N op Pixabay
‘Cat’ van Adina Voicu op Pixabay
‘Spring Bird’ van Jill Wellington op Pixabay
‘Pretty Woman’ van Jill Wellington op Pixabay

Symboliek:
Roodborstje: Groei, liefde, mededogen, vertrouwen, de kracht van de stem

 

 

 

Subscribe

Would you like regular updates? Subscribe to my blog.

 

0 reacties

Een reactie versturen

Your email address will not be published. Required fields are marked *