Terugkeer naar het paradijs – Ziel
Deel 3 van de Jimboomba Trilogie
Lees de Jimboomba Trilogie vanaf het begin
Terwijl hij op de tak van een white gum eucalyptus boom in het zonlicht baadde, nam Luurnpa de tijd om zich af te stemmen op zijn omgeving. Hoe langer hij zo zat, hoe meer hij de grote hoeveelheid energievelden om zich heen voelde. Niet alleen van de mensen, ook van de dieren en planten. De omvang van menselijke energievelden was het afgelopen jaar aanzienlijk vergroot. Hij voelde de harten van de voorbijgangers krachtig pulseren terwijl deze een uitwisseling hadden met hun hersenen en onderbuiken. Voor hem betekende dit dat lichaam en geest samenwerkten om de ziel te dienen. Luurnpas hart gloeide van liefde. Eindelijk kwam dat wat hij al die tijd al gevoeld had tot stand. De mensen waren weer aan het voelen. Zij gingen op hun zintuigen en hun intuïtie af, en dus, leidde niet het hoofd maar het hart de weg. Luurnpa voelde aan dat het niet lang zou duren voordat ook zij hun aanleg voor telepathie zouden ontdekken.
Tony O’Connor – Bushland Dreaming
De plek die Billy net in zijn verbeelding had bezocht, herinnerde hem aan uitjes met zijn familie naar de botanische tuinen waar hun stadje om bekend stond. Ineens bevond hij zich in de botanische tuinen in zijn eentje, alleen nu zag het er iets anders uit. Zoals altijd slenterde mensen langs de paden en over de weelderige gazons van breedbladig gras die aan weerszijden lagen. Maar het grappige was dat de mensen regelmatig stopten om fruit en besjes te plukken wanneer ze er maar zin in hadden. En niet alleen de kinderen, zelfs de grote mensen deden het. Billy vroeg zich af wat zijn vader en moeder zouden zeggen als hij en zijn broers dat probeerden. Hij betwijfelde of dat wel mocht. Niet dat hij zelf veel zou plukken, want eten interesseerde hem niet zo, alhoewel fruit een van de weinig soorten voedsel was die hij niet erg vond om te eten. Banaan, ananas en passievrucht smaakten zelfs best goed, vooral die kleine lady finger bananen die de meisjes met wie hij samen van de bushalte naar huis liep met hem deelden.
Nog iets wat anders was, was de speelruimte. De oude ijzeren agrarische machines en pantservoertuigen waar hij en de andere kinderen op klauterden waren weg. “Hmm, dat is vreemd,” zei Billy. “Waar zijn ze gebleven?” Toen grinnikte hij toen hij ze vergeleek met de auto van de man die hij vluchtig had gezien. Hoe zou het voelen om zo’n auto te besturen? Hij stelde zich voor dat het veel comfortabeler zou zijn en ook veel sneller zou gaan. Zelfs de Ford Cortina van zijn ouders zou moeite hebben om die bij te houden. En dat kleine ruimteschip dan? Vlak voordat Billy verder kon mijmeren, klonk er zachtjes een stem die in zijn oor leek te fluisteren. Het was dezelfde stem die eerder tot hem had gesproken.
“Ook dit is een glimp van de toekomst, Billy.”
“Oh, ben jij het weer?” vroeg Billy met een glimlach die het warme gevoel in zijn hart uitstraalde. Billy voelde dat de stem terug glimlachte. “Zijn we familie van elkaar?”
“Hmm, dat zou je kunnen zeggen,” antwoordde de stem.
“Zo voelt het ook. Wat ga je me nu laten zien?”
“Haha, ik hou van je nieuwsgierigheid,” merkte de stem op. “Blijf nieuwsgierig, Billy, want dat helpt je om ruim te blijven denken en het zal je leerproces versnellen.”
“Wat is ruim denken?”
“Dat is wanneer je hoofd niet vol zit met gedachten en overtuigingen, zodat het de informatie die het nodig heeft kan ontvangen van je hart.”
“Oh, ik snap het. Daar vertelde je me over de vorige keer dat we aan het praten waren.”
“Ja, dat klopt. Je hart is je verbinding met je ziel en je ziel helpt je om de weg te vinden door het leven. Dus als je twijfelt over de informatie die je krijgt, hoef je je maar af te stemmen op je hart om te weten wat goed is voor jou.”
“OK.”
“Wil je nog wat meer van de toekomst zien, Billy?”
“Ja, leuk,” antwoordde Billy met zijn hoofd knikkend.
“Hier gaat ie dan.”
De stem was amper klaar met spreken toen Billy een multimensionale film kreeg te zien die voor hem geprojecteerd werd als een hologram.
“In de tijd die jij nog te leven hebt,” begon de stem te vertellen terwijl het holografische scherm talloze blije geizichten liet zien, “zul je een wereld kennen zonder angst, haat, wreedheid, pijn en lijden, concurrentie, manipulatie, oorlog, landsgrenzen, strijdkrachten, politie, overheden, staatshoofden en welke leiders dan ook,” legde de stem uit terwijl Billy zag dat mensen over de hele wereld reisden en verbinding maakten met elkaar. Plotseling schoot een vliegend object zo snel voorbij dat Billy niet kon ontdekken wat het was.
“Dat is een ruimteschip dat voortgestuwd wordt door vrije energie,” legde de stem uit. “Niet dat jij er veel van zult zien tijdens jouw leven, aangezien mensen al gauw teleportatie zullen ontdekken.”
“Wat is teleportatie?”
“Het betekent ogenblikkelijk in je eentje door tijd en ruimte reizen,” antwoordde de stem terwijl Billy met grote ogen naar het scherm keek.
Toen veranderde deze scene in één waar mensen duidelijk op hun gemak waren terwijl zij vrij omgingen met wilde dieren, gevolgd door een scene waarin mensen fruit en besjes aten.
“Mensen eten geen dieren meer. Sterker nog, ze zijn al een stap verder gegaan van een plantaardig dieet naar een fructarisch dieet. Daar komt bij dat zelfs de dieren elkaar niet eten.”
Billy glimlachte van oor tot oor, zo blij was hij dat dieren eindelijk liefdevol en met respect werden behandeld.
“Ja, Billy, en je gelooft het misschien niet, maar vlak daarna houden mensen zelfs op om voedsel te eten en zullen ze zelfs niet meer slapen.”
Billys mond viel open.
“Mensen zullen de transitie maken van leven van het land naar leven van het licht. Dit komt doordat ze continu hun energie aanvullen van binnenuit in plaats van vanuit externe bronnen. En dat is nog niet alles. Mensen zullen met elkaar en met de dieren, planten en bomen communiceren zonder te spreken.”
“Huh…” zei Billy.
“Nu dat je deze glimp van de toekomst hebt opgevangen, ga ik je verlaten, Billy. Wanneer je weer thuiskomt, zul je alles vergeten zijn wat je gezien, gehoord en gevoeld hebt. Maar maak je geen zorgen, want het komt allemaal weer tot je als de tijd daarvoor rijp is.”
Luurnpa glimlachte toen hij zijn gesprek met Cooinda herinnerde. Zijn vriend had echt een plek gevonden in zijn hart. Toen besefte hij dat Cooinda daar al een heel lange tijd al had gezeten, en precies op dat moment streelde een zachte westerwind zijn gezicht.
“Je voelt het wel, hè?” fluisterde de wind in zijn oor.
Luurnpas hart kriebelde toen hij de stem herkende.
“Ja, ik voel het, Jungay.”
“Je verbinding met hem was er al vanaf het moment dat hij geboren werd.”
“En het wordt met de dag sterker,” zei Luurnpa.
“Je weet wel waarom, hè?” vroeg Jungay.
“Het komt doordat ik op de boodschappen van mijn hart let die geprojecteerd worden in de materiële wereld.”
“Precies, Luurnpa. Weet je dat je ontzettend goed werk aan het doen bent?”
Luurnpas hart gloeide.
“Wat je nu voelt, is onze genegenheid voor jou.”
Luurnpa begreep wat Jungay bedoelde met ‘onze’. Alles behoorde tot een groter geheel waarin alles, groot en klein, het geheel beïnvloedde. De genegenheid die het grote geheel voelde, weerspiegelde zijn eigen genegenheid voor zichzelf. Zijn vermogen om zichzelf helemaal lief te hebben, en daardoor ook anderen helemaal lief te hebben.
“Jouw zelfliefde,” zei Jungay die Luurnpas gedachten las, “is de creatiekracht die aan jou geschonken werd toen je in deze wereld incarneerde bij je geboorte. Het stelt je in staat om steeds weer opnieuw je leven te creëren.”
Luurnpa knikte zonder te spreken toen hij herkende wat Jungay hem vertelde. Door zijn leven opnieuw te creëren, regenereerde hij niet alleen zichzelf maar ook alles om zich heen. Elk moment van zijn bestaan werd hij herboren in een nieuwe verse van zijn eigen wereld. Plotseling besefte Luurnpa dat de wind niet langer waaide. Jungay was er vandoor gegaan en nu was het ook tijd voor hem om te gaan. Met een diep gevoel van dankbaarheid in zijn hart, spreidde hij zijn vleugels en steeg hij op voor zijn vlucht terug naar huis.
Cooinda reed zijn oprit op nadat hij thuis gekomen was van het overleg met zijn klant, stapte uit zijn auto en nam het steile, nauwe zandpad dat van zijn achtertuin leidde naar het strand in het baaitje beneden. Toen hij daar aankwam, was hij blij om te zien dat de oceaan rustig was en dat de sterke wind van gisteren veranderd was in een licht briesje.
“Ahh,” zuchtte hij met een tevreden blik op zijn gezicht toen hij doordrongen raakte van een gevoel van diepe rust.
Hij staarde naar het water dat zachtjes over het strand spoelde en in luttele seconden nam zijn geheugen hem mee terug naar een week met zijn lagere school naar een vakantiekamp vlakbij een klein plaatsje aan de kust toen hij elf was. Levendig voelde hij het zoute water op zijn huid en hoorde hij het gelach van het meisje op wie hij stapelgek was geweest, terwijl zij samen met hem in het water speelde. Zelfs nu deed haar lieve glimlach zijn hart smelten. Toen had hij niet de moed gehad om haar te vertellen wat hij voor haar voelde, omdat hij bang was dat zij hem haar liefde en genegenheid niet waard zou vinden. Het grootste deel van zijn leven was dit een hardnekkig thema geweest, en het was pas toen hij behoorlijk gevorderd was in zijn zelfgenezing dat hij zich realiseerde dat hij de liefdesuitingen van anderen niet nodig had. Hun uitingen van genegenheid waren maar een weerspiegeling van de liefde die hij diep van binnen voelde. Hij was blij dat tegenwoordig zijn relaties met andere mensen niet meer emotioneel van aard waren. Niet dat hij niets voelde voor zijn dierbaren. Hij was nog steeds heel gevoelig en zijn band met anderen was veel dieper dan vroeger. Het was een zuivere en onvoorwaardelijke band zonder misplaatste gevoelens van loyaliteit of wederzijdse afhankelijkheid voortgekomen uit symbiotische relaties.
“Wat voelt dat goed, hè?”
Cooinda draaide zich om en was verrast om Luurnpa te zien die achter hem zat in een boom die stond waar het bos overging in het strand.
“Hoe lang zit je daar al, vriend?” vroeg Cooinda hem, grijnzend.
“Oh, niet zo lang. Ik ben net teruggekomen van een reis naar het zuiden en zag je hier staan terwijl je in de verte staarde.”
“Ik ben blij je weer te zien, Luurnpa. En ja, het voelt goed.”
“Wat gaat er in je hoofd om?” vroeg Luurnpa.
Ik dacht terug aan de tijd toen ik als jongen verliefd was.”
Luurnpa glimlachte aanmoedigend naar hem.
“Ik snakte ernaar dat anderen van me hielden en voelde me uiteindelijk ongeliefd. Nu, na vele gebroken harten en na vele tranen, weet ik dat ik liefde ben.”
“Jazeker,” was Luurnpa het met hem eens, “dat zijn we allemaal. Herinner je je nog dat je moeder jou als tiener vroeg hoe je je voelde?”
“Weet jij daarvan?”
“Ik weet alles wat er over jou te weten valt,” antwoordde Luurnpa.
“Ahh,” zuchtte Cooinda diep toen hij het begreep. “Toen we ons eerste gesprek hadden, voelden we allebei dat we elkaar eerder hadden gezien. Nu krijg ik het gevoel dat alles op zijn plek begint te vallen.”
“Dat is mooi, Cooinda.”
“Hmm, dit wordt interessant. In ieder geval, om antwoord te geven op je vraag, herinner ik me inderdaad dat m’n moeder probeerde om me op m’n gemak te laten voelen nadat we verhuisd waren toen ik dertien was. Arme mama, zij deed haar best om zich af te stemmen op mijn gevoelens, zelfs al had ze zelf veel moeite om zich op haar eigen gevoelens af te stemmen.”
“En je vader dan, Cooinda?”
Cooinda staarde in de verte bij zijn herinnering aan hoe zijn vader met zijn gevoelens omging.
“Vroeger zei hij me dat ik niet hoefde te huilen, maar daardoor ging ik alleen maar harder huilen. Ik herinner me nog mijn antwoord daarop: Maar ik kan het niet tegenhouden.”
“Je zette het goede voorbeeld,” legde Luurnpa uit. “Diep van binnen wist je dat huilen ons van de pijn verlost en vastzittende energie losmaakt. Door je tranen de vrije loop te laten, was je jezelf aan het reinigen, zonder dat je je ervan bewust was.
“Ja, dat is zo,” was Cooinda het met hem eens. “Ik ben blij dat ik op latere leeftijd weer leerde huilen, want nu hoef ik niet meer zoveel te huilen.”
“Het lijkt erop dat je vader in zekere zin gelijk had.”
Cooinda keek weer uit over het water.
“Dank je wel, pap,” zei hij en zou net Luurnpa bedanken, maar toen hij met zijn hoofd draaide, zag hij dat zijn wijze en mysterieuze vogel vriend net zo stilletjes was vertrokken als hij aan was gekomen.
Een eenzame traan rolde over Billys wang toen hij terugkeerde in het huidige moment in zijn doos. Hij vroeg zich af hoe dat kwam. Toen herinnerde hij zich dat hij net een gesprek had gehad met de bekende stem, maar zich niet kon herinneren waar het over ging, terwijl hij wist dat het belangrijk was geweest. “Waarom?” zei hij hardop en zette daarmee de stormvloedkering open voor een stroom aan tranen die zich over zijn hele gezicht verspreidden. Terwijl hij door zijn betraande ogen keek, viel hem de boomkikker weer op. Plotseling besefte hij dat het hem de hele tijd al iets wou vertellen. Hij keek naar de kikker en glimlachte toen hij zag dat het terugkeek.
“Van jongs af aan,” begon de kikker te vertellen, “ben je geleerd om je gevoelens te negeren of op te kroppen. En iedere keer als je dat doet, raak je het contact met jezelf kwijt.”
Billy knikte met zijn hoofd.
“Weet je, voelen helpt je om te groeien. Niet alleen je lichaam en je geest maar ook je ziel. Je ziel is wie je echt bent, Billy.”
“Dat weet ik. Ik voel het,” antwoordde Billy.
“Wanneer je op je gevoelens let, zul je diep van binnen alles herinneren wat je moet weten.”
“Dank je wel.”
“Graag gedan, Billy. Nu dat je hiervan af weet, is het tijd voor mij om te gaan,” zei de kikker en hupte er vandoor.
Plotseling hield het op met regenen. Billy glimlachte en sloot toen zijn ogen om te ontvangen wat hij nodig had om te voelen. Meteen bevond hij zich aan de oever van een billabong. Net zoals alle andere plaatsen die hij vandaag had bezocht terwijl hij in zijn doos zat, kwam de billabong hem ook bekend voor. Met veel vertrouwen en een warm gevoel in zijn hart, knielde hij aan de rand van het water en leunde voorover om naar zijn weerspiegeling te kijken. “Huh!” riep hij verbaasd, toen hij in plaats daarvan gepresenteerd werd met het gezicht van een man. Het was de man die hij in de auto had zien stappen bij de school in de toekomst op zijn reis eerder die middag. Deze keer reageerde de man niet. Billy nam aan dat de man hem niet herkende omdat hij zijn eigen weerspiegeling zag.
De volgende dag toen de zon net opkwam, werd Cooinda wakker nadat hij gedroomd had over een plek waar hij al een poos niet was geweest. Het was een bijzondere plek in de ‘bush’ niet zo ver van waar hij woonde. Vroeger ging hij er vaak heen om wat tijd in zijn eentje door te brengen. Hij noemde het Jimboomba, wat een Aboriginal woord was voor ‘het paradijs op Aarde’. Al kon hij zijn droom niet goed kon herinneren, herinnerde hij wel dat hij terug was gegaan naar Jimboomba en gevoeld had dat hij naar huis was teruggekeerd. Het voelde als een boodschap waar hij aandacht aan moest schenken, en daarom laadde hij meteen zijn spullen in en reed er heen.
Toen hij daar aankwam, werd hij ontroerd door de schoonheid van deze plek, net zoals al die andere keren toen hij er was geweest. Terwijl hij zich langzaam vooruit bewoog tussen de balgas en allerlei eucalyptusbomen naar de billabong bij de ingang, viel het hem op dat ze preventief aan het verbranden waren geweest. Al eeuwen lang, hadden de Aboriginals de lagere begroeiing verbrand die bosbranden van brandstof voorzagen, en Cooinda was blij dat dit gebruik nu door het hele land werd toegepast. Het voorkwam niet alleen dat bosbranden zich uit konden breiden en grote schade aanrichtten, het hielp ook de Natuur om te regenereren. Toen Cooinda eenmaal was aangekomen bij de billabong, stopte hij even om het vredige tafereel tot zich te nemen. Hij stond daar in stilte en was verbaasd toen een stem tegen hem sprak, niet hardop maar in zijn hoofd. Het was Luurnpa.
“Kijk eens in het water naar je weerspiegeling, Cooinda.”
Cooinda leunde voorover en was verbaasd toen hij een kleine verandering in zijn gezicht zag.
“Dat zie je goed. Je ziet er iets jonger uit,” zei Luurnpa.
“Hoe komt dat?”
“Ik wou het je al eerder zeggen, maar de laatste paar dagen met jou voelde ik de verandering die plaatsvindt diep in jou.”
Nu keek Cooinda over het water heen terwijl hij gretig naar Luurnpas uitleg luisterde.
“De regeneratie van de Natuur die je zag toen je hier aankwam, is het resultaat van zuivering. Dit geldt ook voor jou. Al dat harde werk dat je verricht hebt om jezelf te zuiveren, werpt nu z’n vruchten af in de vorm van een versnelde regeneratie. Jouw aanwezigheid hier op dit moment geeft het einde aan van een periode in jouw leven en van een tijdperk in de geschiedenis van de mensheid. Het geeft ook het begin aan van een nieuwe periode. Ga daarom verder op je pad en je zal begrijpen waar ik het over heb.”
Cooinda glimlachte en verliet de billabong. Hij was zo’n honderd meter van zijn eindbestemming vandaan toen hij een heel jonge en donzige kleine kookaburra zag die op de laag hangende tak van een coolibah zat. Hij had een zwak voor kookaburras en genoot er nog steeds van om wakker gemaakt te worden van hun gelach ’s ochtends vroeg. Hij hield op met lopen en keek ernaar met een warme glimlach. “Wat ben je een schattig kereltje,” zei hij. De onschuldige blik op zijn gezicht herinnerde hem aan een boek dat zijn ouders hem hadden gegeven toen hij iets van 7 jaar oud was. Het ging over een jonge kookaburra die verdwaald raakte en uiteindelijk helemaal zelf zijn weg naar huis vond. Toen besefte hij dat het verhaal eigenlijk zijn reis door het leven symboliseerde. Het was iets wat ook hij helemaal zelf had gedaan. Eindelijk, na vele jaren, kwam hij weer thuis in zijn ziel. “Het komt helemaal goed met jou,” zei hij tegen de kookaburra terwijl zijn hart begon te gloeien, en hij begon weer te lopen.
Toen hij enkele minuten later aankwam, was hij blij om te zien dat het er nauwelijks iets was veranderd sinds de laatste keer dat hij er was geweest. De kleine waterval stroomde vredig zoals het altijd al had gedaan en brak zachtjes de oppervlak van de poel waarin het terechtkwam. De poel waar Cooinda vele uren had doorgebracht, zwemmend en drijvend op zijn rug. Het had zo’n kalmerend effect op hem en elke keer dat hij er was, voelde hij zich gereinigd diep van binnen. Dat is wat het zo’n magisch gevoel gaf. Het gevoel dat hij alles wist wat er te weten was maar op een of andere manier niet helemaal kon bevatten wat het nu was dat hij wist. Niet dat hij er last van had. Hij had zelfs vrede met zijn onbegrip, omdat hij wist dat hij gauw zou ontdekken wat het nu was. Hij glimlachte en gaf zichzelf een compliment voor de toepasselijke naam die hij deze plek had gegeven. Alles straalde volmaaktheid uit, alles was zoals het hoorde te zijn.
“Hmm, da’s vreemd,” zei hij hardop. Hij was nog maar enkele uren wakker geweest en het werd nu al minder licht. Hij keek omhoog in de lucht net boven de waterval en zag dat de zon onderging. Toen keek hij op zijn horloge. Het was half vijf ’s middags. Net toen hij zich af begon te vragen wat er aan de hand was, sprak een stem tegen hem. Het was Luurnpa weer.
“Laat je gedachten gaan en voel diep van binnen, Cooinda, en je zal weten en erop vertrouwen dat wat er nu gebeurt een hoger doel dient.”
Cooinda antwoordde met een warme glimlach. Toen ging hij brandhout verzamelen voor een kampvuur, want iets zei hem dat hij hier op elk moment bezoek kon verwachten.
“Volg het pad naar de waterval, Billy.”
Billy glimlachte toen hij de stem herkende waarvan hij zo was gaan houden. Hij deed wat hem gevraagd werd en liep over het pad met een gevoel van opwinding en kalmte tegelijk. Tranen van vreugde sijpelden over zijn wangen zonder dat hij begreep waarom hij zo ontroerd raakte. Dat was totdat hij bij de poel met de waterval aankwam. Op korte afstand van de waterrand vandaan zat een man bij een kampvuur met zijn rug naar hem toe. Zonder ook maar even te aarzelen, riep Billy naar hem.
“Cooeeh … !”
De man stond op en draaide zich om, waardoor Billy zijn gezicht kon zien.
“Jij bent het,” zei Billy toen hij de man van zijn reizen herkende. Zijn hart voelde alsof het aan zwellen was.
“Welkom in Jimboomba, Billy,” zei Cooinda, de rand van zijn Akubra hoed met zijn wijsvinger aan tikkend, terwijl ook zijn hart ging zwellen.
Billy ging naar hem toe en zij omhelsden elkaar.
“Ik ben zo blij je weer te zien,” zei Cooinda terwijl hij Billy stevig in zijn armen vasthield.
“Ik ook.”
Toen zij elkaar omhelsd hadden, gingen zij samen zitten en begonnen zij zich te warmen bij het vuur.
Nu weet ik het weer,” zei Billy. “Jij bent degene die met mij praatte over de toekomst.”
“Ja, klopt. Mijn naam is William, voor het geval je het bent vergeten, maar de meeste mensen noemen me Billy.”
“Da’s grappig. William is mijn echte naam, maar alleen papa en mama noemen me zo.”
“Herinner je je nog hoe we samen in de wasmachinedoos onder het huis zaten?” vroeg William.
“Jazeker. Ik herinner me ook dat ik me bij jou echt mezelf kon zijn.”
“Bij mij was dat ook zo. Voor mij voelde hetzelfde als het hier voelt.”
“Zoals thuis,” zei Billy.
Terwijl Billy en William aan het kletsen waren, begon het lichter te worden.
“Rrrrrroekakakakakakaka…!!!”
Zij lachten allebei toen zij de kookaburras herkenden die de zon uitnodigden om op te komen uit zijn rustplek en zijn licht over de Aarde te schijnen.
“Mijn hart voelt zich gelukkig nu ik jullie hier weer samen zie.”
“Luurnpa,” zeiden zij in koor toen zij omhoog keken en Luurnpa vlakbij in een casuarina boom zagen zitten.
“Je hebt een lichaam,” zei Luurnpa terwijl hij naar William keek en richtte zich toen op Billy, “en een geest, en toch ben je geen van beide. Wanneer je tegelijkertijd in beide volledig aanwezig bent, zoals jullie dat nu zijn, komen ze samen tot wat je werkelijk bent. Je ziel.”
“Jij bent onze ziel,” zei Billy en William knikte instemmend met zijn hoofd.
“Dat ben ik inderdaad.”
Terwijl Luurnpa sprak, viel het William op dat Luurnpas lichaam begon te vervagen. Hij keek naar rechts en zag dat met Billy hetzelfde gebeurde.
“We zijn je niet aan het verlaten, William,” legde Luurnpa uit. “We voegen ons met jou samen. En zodoende, worden we onsterfelijk en krijgen we tot onze beschikking de goddelijke creatiekracht die aan de gehele mensheid is geschonken.”
Toen Luurnpa klaar was met spreken, verdwenen hij en Billy in het niets, William in zijn eentje achterlatend. Maar hij voelde zich niet alleen.
“Ik ben één met heel de creatie,” zei hij terwijl hij keek hoe de zon opkwam.
Tegelijkertijd raakte zijn innerlijk oog overstroomd door miljoenen beelden en herinnerde hij wat hij altijd al geweten had. Verleden, heden en toekomst voegden zich tot één samen en alle realiteiten waren tegelijkertijd aanwezig, terwijl tijd en ruimte ophielden te bestaan en William zich zijn potentieel realiseerde om talloze realiteiten te creëren. Hij strekte zijn armen uit in de lucht naar het bladerdak toe en sloot zijn ogen om te voelen hoe de energie binnenin hem nog krachtiger dan ooit pulseerde. Hij voelde hoe de energie stroomde vanuit zijn hart door heel zijn lichaam heen, terwijl het een vortex creëerde dat hem via zijn voeten verbond met de Aarde en omhoog via zijn kruin met de hemel en daar voorbij. Dit ontzagwekkend krachtige continuüm van energie straalde uit ver voorbij de grenzen van zijn fysieke lichaam en verlichtte heel Jimboomba. Het was in dit moment dat eindeloos door leek te gaan, dat William wist dat hij voor eeuwig was teruggekeerd naar het paradijs.
Voor jonge Billy in zijn doos, die in zijn dromen bleef geloven.
Download het Jimboomba Trilogie ebook
Wat voor gevoel gaf dit verhaal jou? Als je wilt, kun je je eigen exemplaar van de Jimboomba Trilogie ebook krijgen om het nog eens op je gemak te lezen. Klik hier om het voor € 5,55 te downloaden in de FLO Publishing webshop.
Telomere – Awakening
Symboliek en terminologie:
1. Jimboomba: Een Aboriginal woord met de betekenis ‘paradijs op Aarde’. Er is ook een plaats in Queensland, Australië die Jimboomba heet, oorspronkelijk geschreven als ‘Gimboomba’, wat een Gungingin woord is met de betekenis ‘een plaats met luide onweer en weinig regen’.
2. Luurnpa: Het Walpiri woord voor de roodrugijsvogel die in heel Australië te vinden is.
3. IJsvogel symboliek: Verbinding tussen de spirituele wereld en de materiële wereld; vrede; voorspoed; overvloed; communicatie; expressie; richting; een teken dat je op het juiste pad bent.
4. Yabby: Een kleine Australische zoetwaterkreeft.
5. Laughing Kookaburra: Eén van de vier soorten boomijsvogels die inheems zijn in Australië, en vaak ‘breakfast bird’ genoemd worden door hun gewoonte om ’s ochtends een luid lachgeluid te maken. Kookaburra’s symboliseren geluk, de zonnige kant van het leven, familie, goed ouderschap, trouw, eenheid, humor, genezing, brutaliteit.
6. Cooinda: Een Aboriginal woord met de betekenis ‘een vrolijke plek’.
7. Groene boomkikker symboliek: Een boodschap om met je gevoelens om te gaan, omdat het voelen je in staat stelt om te groeien; ontwaken; transformatie; overvloed; afstemming op onze hoogste roeping; de transitie van de ene dimensie naar de andere.
8. Billy: Billy of Bill (Wim in het Nederlands) is een korte versie van de naam William (Willem in het Nederlands).
9. Wandjina: Regen en wolken geesten.
10. The Wet: Het Australische regenseizoen, dat duurt van November tot April en zich kenmerkt door hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid, zware neerslag en een hoge kans o cyclonen.
11. Dunny: Een Australisch woord voor toilet.
12. Een six slaan: Een cricket term voor het slaan van de bal zodat het de omtrek van het veld bereikt zonder dat deze eerst de grond raakt, en daarmee zes ‘runs’ (punten) oplevert.
13. Ringer: Een ringer of stockman is de Australische versie van de cowboy.
14. White gum, ook bekend als de mountain white gum: Een eucalyptus soort die eucalyptus dairympleana heet.
15. Educatie: Van het Latijnse woord ‘educare’ met de betekenis ‘naar buiten leiden’ oftewel dat wat zich binnenin bevindt naar buiten leiden.
16. Jacaranda Mimosifolia: Een boom, oorspronkelijk uit Zuid-Amerika, die tegenwoordig te vinden is langs de oostkust en zuidwestkust van Australië. Het bloeit uitbundig met lilakleurige bloesems en symboliseert: wijsheid, hergeboorte, rijkdom en visionaire dromen.
17. Banaan symboliek: Gezondheid, rijkdom, vruchtbaarheid.
18. Jungay: Een Aboriginal woord dat ‘westenwind’ betekent.
19. Billabong: Een Australische term voor een geïsoleerde waterpoel dat achterblijft nadat een rivier van koers is veranderd of na zware regenval. Het woord komt van de Wiradjuri term: ‘bilaban;, met de betekenis: ‘een waterloop die alleen stroomt na regen’.
20. Balga: Er zijn 66 soorten balga grasplant, ook bekend als balga of grasboom, die allemaal inheems zijn in Australië. Balga grasplanten bloeien uitbundig na bosbranden en symboliseren daardoor zuivering en regeneratie.
21. Coolibah: Een eucalyptus soort, genaamd eucalyptus coolibah.
Afbeeldingen Deel 3:
‘Gum Tree’ by David Simmonds on Freeimages
‘Banana’ by Balouriarajesh on Pixabay
‘Hands’ by Pexels on Pixabay
‘Bay’ by TerriAnneAllen on Pixabay
‘Kingfisher’ by PenAsh on Pixabay
‘Australian’ by Clovis3 on Pixabay
‘Bush’ by TerriAnneAllen on Pixabay
‘Fat Kookaburra’ by Jake Williamson, formerly on Sxc.hu
‘Water’ by Photogeider on Pixabay
‘Glowing Embers’ by Pixx on Freeimages
‘Canopy’by John Bevan on Freeimages
0 Comments