Met een warm gevoel in mijn hart en een traan in mijn oog, herinner ik me die onschuldige blik op zijn lieve koppie toen hij mij gedag zwaaide. Dat is hoe ik hem achterliet vlak voordat ik aan boord ging van de grote, stalen condor, zoals hij het noemde, die mij met mijn familie met een noordoostelijke wind over de Atlantische Oceaan vloog. In de jaren die daarop volgden, vloog ik talloze keren naar verschillende plekken over de hele wereld. Vele keren ben ik vertrokken, maar nooit voelde het zo intens als die keer toen ik die kleine jongen achterliet die ik beschouw als mijn jeugdvriend.
Eigenlijk kan ik gerust zeggen dat, in zekere zin, hij aanwezig is geweest bij elke belangrijke gebeurtenis in mijn leven. Telkens als ik advies, begeleiding of geruststelling nodig had, verscheen hij ogenblikkelijk en zei hij precies wat ik nodig had op dat moment. Niet dat het me altijd hielp, want vaak genoeg, en tegen mijn onderbuikgevoel in, liet ik zijn hulp door de wind wegdragen. Dat deed ik niet expres. Wat anderen zeiden, overstemde simpelweg zijn zachte, tedere stem.
Zoals bij al die keren daarvoor, kwam hij en was hij er onvoorwaardelijk voor mij. Alleen deze keer gaf ik hem mijn volle aandacht. Hij was het die mij hielp om weer achter het stuur van mijn leven plaats te nemen. En zo ging ik verder op mijn tocht. Een tocht die mij nog niet naar mijn eindbestemming heeft gebracht, en toch is het een heel spannende tocht die mij veel voldoening geeft. Echter, elke toch heeft zo zijn verrassingen, zoals ik enkele dagen geleden ontdekte. Alweer had de autoriteit buiten mij zich in mijn leven binnengedrongen en was het mijn vrijheid aan het inperken. Meteen reageerde ik met boosheid. Wie dachten ze wel dat ze waren door me leugens te vertellen en te dicteren wat ik moest doen? Het antwoord deed er een poos over, maar toen het er was, voelde ik de aanwezigheid van mijn jonge vriend sterker dan ooit.
“Waar ben je nou zo boos om?” vroeg hij terwijl hij met grote ogen naar mij opkeek.
“Ik ben boos omdat overheden over de hele wereld ons niet de waarheid vertellen zodat ze angst en haat kunnen zaaien,” antwoordde ik en opnieuw voelde ik de boosheid in me opborrelen. “Hun meesters, de grote families en hun multinationals, zijn weer bezig,” begon ik te ratelen.
Hij schonk er geen aandacht aan. In plaats daarvan keek hij me gewoon aan met zijn warme, vriendelijke ogen die naar me leken te glimlachen.
“Je weet dat ze niet de waarheid vertellen, dan hoef je je toch nergens druk om te maken?”
“Hmm, dat klinkt logisch,” antwoordde ik rustig, maar het was pas toen hij de volgende opmerking plaatste dat ik weer met beide benen op de grond kwam te staan.
“Ik denk dat jij eigenlijk boos bent op jezelf.”
Dankzij zijn kinderlijke onschuld had ik weer vrede gevonden. Van vrede kwam een dieper begrip van wat er eigenlijk in me omging. Hij had gelijk, Ik was boos op mezelf. Maar waarom? Het antwoord kwam met een diepe zucht. Zoals vele mensen was ik geconditioneerd om te geloven dat wat anderen zeiden altijd waar was, en dat mijn eigen overtuigingen dat niet waren . Om precies te zijn, ik had de autoriteit buiten mij me laten conditioneren, en iedere keer dat iemand beweerde dat iets waar was, accepteerde ik meteen hun autoriteit en vertelde ik mezelf op een onbewust niveau dat mijn eigen waarheid er niet toe deed. Ik nam mijn eigen waarheid, en daardoor mezelf, niet serieus. Ik was mezelf aan het ontkennen. Geen wonder dat ik me zo boos voelde.
Mijn hele leven lang had ik mezelf, mijn behoeften en mijn verlangens niet erkend. Ik had mezelf ingeperkt en liet me door anderen inperken. Ik had mijn vrijheid en mijn macht weggegeven. Toen drong het tot me door dat hij me een kans had geboden om beide terug te krijgen. Mijn hart smolt en ik barstte in tranen uit.
“Dank je wel,” zei ik terwijl ik ging knielen en mijn armen om hem heen sloeg.
“Het komt helemaal goed met jou,” zei hij.
Het deed me omhoog in zijn ogen kijken en realiseren dat ik helemaal niet in het plaatsje uit onze jeugd was maar in mijn badkamer terwijl ik naar mijn weerspiegeling in de spiegel keek. Zijn stem klonk nog na in mijn hoofd: ‘We zijn nooit van elkaar gescheiden geweest, Wim. Jij en ik zijn vanaf onze geboorte onafscheidelijk geweest. Dat weet je wel, hè?’
“Ja dat weet ik,” sprak ik hardop en glimlachte met diezelfde kuiltjes in mijn wangen. “Wij zijn één.”
Terugkerend naar mijn fantasie, kuste ik hem liefdevol op zijn wangetje en ging weer rechtop staan. Ik legde mijn rechterhand op mijn hart en zei resoluut: “Wat er ook gebeurt, ik zal trouw blijven aan mezelf, mijn behoeften en mijn hartsverlangens. En ik zal nooit meer van mezelf vertrekken.”
Hij antwoordde met een warme glimlach. Toen nam ik zijn handje in mijn hand en samen liepen we de trappen af op de berghelling naar beneden naar het stroompje. Daar lieten we kiezelstenen over de wateroppervlak scheren totdat onze armspieren zeer deden. Sinds die dag zijn we altijd samen geweest. Waar hij ook heen gaat, ga ik heen, waar ik heenga, gaat hij heen. Want, zoals hij zei, we zijn onafscheidelijk. Wij zijn mij.
Condor: Vrijheid, innerlijk visie, interpretatie
Paardebloem: Genezing, intelligentie, wensen vervullen
Afbeeldingen:
‘Condor’ van J Mari op Pixabay
‘Dandelion’ van M Mota op Freeimages.com
‘WB 1969’ van Carla Beunderman-Pieper (m’n moeder)
0 Comments